De camerawet splitst de plaatsen op in 3 categorieën:

  • Niet-besloten plaatsen;
  • Voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen;
  • Niet voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen.

Het criterium van onderscheid tussen een niet-besloten plaats en een besloten plaats is de aanwezigheid van een omsluiting.

  • De omsluiting wordt door de camerawet gedefinieerd als een «duidelijke visuele afscheiding of aanduiding waardoor de plaatsen duidelijk van elkaar onderscheiden kunnen worden»
  • Dit begrip is dus zeer ruim:  het moet niet noodzakelijk gaan over een muur of een hek. Dat kan een markering op de grond, een bord «privéeigendom», of elke andere indicatie zijn die het mogelijk maakt te beweren dat men een besloten plaats betreedt. 

2 - Niet-besloten plaats

"Elke plaats die niet door een omsluiting is afgebakend en vrij toegankelijk is voor het publiek, waaronder de openbare wegen beheerd door de openbare overheden bevoegd voor het wegbeheer"(artikel 2 van de camerawet).

  • Meestal gaat het over de openbare weg:  straten, pleinen, openbare parkings ter beschikking gesteld door de gemeente,...
  • Zodra het gaat over een openbare weg beheerd door een openbare overheid, gaat het over een niet-besloten plaats in de zin van de camerawet.

De wet stelt dat om verwerkingsverantwoordelijke te kunnen zijn voor een niet-besloten plaats, en er vaste bewakingscamera's te plaatsen, men een openbare overheid moet zijn.  

  • Een particulier heeft geen toelating om bewakingscamera's te plaatsen op een niet-besloten plaats!
  • Een onderneming kan geen verwerkingsverantwoordelijke zijn voor vaste camera's geplaatst op de openbare weg!

Het enige mogelijke geval voor gebruik van camera's op de openbare weg door een andere persoon dan een openbare overheid, is het gebruik van mobiele ANPR-bewakingscamera's voor rekening van de gemeente (met respect voor de camerawet en de private veiligheidswet!). 

3 - Voor het publiek toegankelijke besloten plaats

"Elk gebouw of elke door een omsluiting afgebakende plaats bestemd voor het gebruik door het publiek waar diensten aan het publiek kunnen worden verstrekt" (artikel 2 van de camerawet).

  • Verschillende criteria:  de aanwezigheid van een omsluiting, de toegankelijkheid voor het publiek en de mogelijkheid om een dienst te ontvangen

Voorbeelden: gemeentebestuur, bank, winkel, winkelcentrum, parking, concertzaal,...

  • Het feit om op de plaats te zijn zonder gebruik te maken van de dienst die wordt geleverd, verandert de aard van deze plaats niet (bijvoorbeeld:  zijn voertuig parkeren op een parking van een winkel zonder de winkel binnen te gaan).
  • Het feit dat de toegang van de plaats voor het publiek onderworpen is aan voorwaarden (zoals een betalende toegang), maakt er geen plaats van die niet toegankelijk is voor het publiek.

4 - Niet voor het publiek toegankelijke besloten plaats

"Elk gebouw of elke door een omsluiting afgebakende plaats die uitsluitend bestemd is voor het gebruik door de gewoonlijke gebruikers" (artikel 2 van de camerawet).

  • Hier gaat het, naast het criterium van de omsluiting, over het criterium van de beperkte toegang, want het gaat niet over een voor het publiek toegankelijke plaats. 

Voorbeelden: privéwoning, delen van ondernemingen voorbehouden voor de bedienden, appartementsgebouw,...