Overzicht Koninklijke Besluiten Pictogram :

 

Publicatie

Numac

 Vorst

Minister

10 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt
  21/02/2008 2008000193 Albert II Parick Dewael
         
21 AUGUSTUS 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt
  25/09/2009 2009000646 Albert II Annemie Turtelboom
         
28 MEI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt
  01/06/2018 2018012358 Filip Jan Jambon
         
2 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt en van het koninklijk besluit van 8 mei 2018 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s en betreffende het register van de beeldverwerkingsactiviteiten van bewakingscamera’s
  12/12/2018 2018015253 Filip Jan Jambon
         
22 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop het gebruik van vaste en tijdelijk vaste camera's door de politiediensten wordt aangegeven
  04/06/2019 2019012137 Filip Pieter De Crem
         
23 MAART 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt
  03/04/2020 2020030443 Filip Pieter De Crem

 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
10 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt

 

ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, inzonderheid op de artikelen 5, § 3, derde lid, 6, § 2, derde lid en 7, § 2, vierde lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 mei 2007;
Gelet op het advies nr. 22/2007 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 13 juni 2007;
Gelet op het advies van de adviesraad van de burgemeesters, gegeven op 10 september 2007;
Gelet op het advies nr. 43.730/2 van de Raad van State, gegeven op 13 november 2007, in toepassing van het artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op de opmerkingen die door de Europese Commissie werden gemaakt in toepassing van richtlijn 98/34/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, gewijzigd bij richtlijn 98/48/EEG van het Europees Parlement en de Raad van Europese Gemeenschappen van 20 juli 1998, inzonderheid op het artikel 9, 7°;
Op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,
Besluit :

Artikel 1.

De pictogrammen, bedoeld in artikel 5, § 3, derde lid, van de wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, hierna « de wet » genoemd, alsook de pictogrammen, bedoeld in artikel 6, § 2, vijfde lid en in artikel 7/3, §2, tweede lid, van de wet, geplaatst aan de toegang van een voor het publiek toegankelijke besloten plaats, waarvan de toegang niet wordt afgebakend door een onroerend bouwwerk, voldoen aan de volgende voorschriften :

1° ze hebben als afmetingen 0,60 x 0,40 m;
2° ze voldoen aan het model en de kleuren van het model opgenomen in bijlage bij dit besluit;
3° ze bestaan uit één enkele aluminiumplaat van minstens 1,5 mm dikte.

Als, in een niet besloten plaats, de toegangen niet van elkaar kunnen onderscheiden worden, duidt de verantwoordelijke voor de verwerking de plaatsen aan waar de pictogrammen, bedoeld in artikel 5, § 3, derde lid, van de wet, zullen aangebracht worden, zodat een zekere toegankelijkheid tot de informatie gegarandeerd wordt.

Art 5  gaat over de bewakingscamera’s in een niet-besloten plaats.
Art 6  gaat over de bewakingscamera's in een voor het publiek toegankelijke besloten plaats.
Art 7/3 gaat over de mobiele bewakingscamera’s op voertuigen.

 

Art. 2.


De pictogrammen, bedoeld in artikel 6, § 2, vijfde lid, en in artikel 7/3, §2, tweede lid, van de wet, geplaatst aan de toegang van een voor het publiek toegankelijke besloten plaats, waarvan de toegang wordt afgebakend door een onroerend bouwwerk, voldoen aan de voorschriften zoals bedoeld in artikel 1 van dit besluit of aan de volgende voorschriften :

1° ze hebben als afmetingen 0,297 x 0,21 m of 0,15 x 0,10 m;
2° ze voldoen aan het model en de kleuren van het model opgenomen in bijlage bij dit besluit;
3° ze bestaan uit één enkele aluminiumplaat van minstens 1,5 mm dikte of uit een geplastificeerde sticker.

De verwerkingsverantwoordelijke moet erover waken dat het gekozen model van pictogram met zekerheid de informatie zichtbaar weergeeft, gelet onder meer op de breedte en de vorm van de toegang en eventueel het aantal aangebrachte exemplaren.

Art 6 gaat over de bewakingscamera's in een voor het publiek toegankelijke besloten plaats.
Art 7/3 gaat over de mobiele bewakingscamera’s op voertuigen.

KB 21 augustus 2009 :
Art. 2 De pictogrammen die zijn aangebracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit, in toepassing van artikel 2, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt, kunnen worden behouden. Hetzelfde geldt voor de pictogrammen die voor deze datum werden aangemaakt.
Noot : pictogrammen, met grote afmetingen 30x20 cm, geplaatst vóór augustus 2009, kunnen worden behouden.


Art. 3.


De pictogrammen, bedoeld in artikel 7, § 2, zesde lid en in artikel 7/3, §2, tweede lid, van de wet, voldoen aan de voorschriften zoals bedoeld in artikelen 1 of 2 van dit besluit of aan de volgende voorschriften :


Art 7 gaat over de bewakingscamera’s geplaatst in een niet voor het publiek toegankelijke besloten plaats
Art 7/3 lid gaat over de mobiele bewakingscamera’s op voertuigen.

1° ze hebben als afmetingen 0,15 x 0,10 m;
2° ze voldoen aan het model en de kleuren van het model opgenomen in bijlage bij dit besluit;
3° ze bestaan uit één enkele aluminiumplaat van minstens 1,5 mm dikte of uit een geplastificeerde sticker.

De verwerkingsverantwoordelijke moet erover waken dat het gekozen model van pictogram met zekerheid de informatie zichtbaar weergeeft, gelet onder meer op de breedte en de vorm van de toegang en eventueel het aantal aangebrachte exemplaren.

Art. 3/1.

De pictogrammen bedoeld in artikel 7/3, § 2, eerste lid, 1°, van de wet, aangebracht op de voertuigen aan boord waarvan mobiele bewakingscamera's voor automatische nummerplaatherkenning zijn geïnstalleerd, voldoen aan de volgende voorschriften:

1° ze hebben als afmetingen 0,297 x 0,21m of 0,15 x 0,10m;
2° ze voldoen aan het model en de kleuren van het model opgenomen in bijlage bij dit besluit;
3° ze bestaan uit een geplastificeerde sticker.

De verantwoordelijke voor de verwerking waakt erover dat de informatie met zekerheid zichtbaar is, gelet op het type voertuig waarop het pictogram wordt aangebracht en op het aantal aangebrachte exemplaren.


Art. 4.

Op de pictogrammen, bedoeld in de artikelen 1 tot 3 van dit besluit, of op een aanhangende drager, worden daarenboven op zichtbare en leesbare wijze de volgende vermeldingen aangebracht :

1° « Camerabewaking - Wet van 21 maart 2007 »;

2° de naam van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de verwerking, en in voorkomend geval van zijn/haar vertegenwoordiger, bij wie de betrokken personen de rechten bedoeld in de algemene verordening gegevensbescherming, kunnen uitoefenen;

3° het postadres en, in voorkomend geval, het e-mailadres of het telefoonnummer waarop de verantwoordelijke voor de verwerking of zijn vertegenwoordiger bereikt kan worden.
Als deze vermeldingen in verschillende talen opgesteld worden, kunnen ze op verschillende eentalige pictogrammen of aanliggende dragers worden aangebracht.

4° in voorkomend geval, de contactgegevens van de functionaris voor de gegevensbescherming;

5° in voorkomend geval, de website van de verantwoordelijke voor de verwerking, waar de betrokken personen alle informatie over de beeldverwerking door middel van deze bewakingscamera’s kunnen raadplegen.

Wanneer het gaat om camerabewaking door middel van camera's voor automatische nummerplaatherkenning, wordt de vermelding « ANPR » in duidelijk zichtbare zwarte hoofdletters toegevoegd op het pictogram, aan de binnenkant van de tekening van de bewakingscamera.


KB 28 mei 2018
Art. 6.
De pictogrammen die zijn aangebracht voor de inwerkingtreding van dit besluit, moeten voldoen aan de voorschriften bedoeld in de artikelen 1 tot 5 binnen een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding.
Noot : 28 mei 2018 + 6 maanden = november 2019

Art. 5.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 februari 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL