Moniteur Belge - Belgisch Staatsblad

Publicatie : 2011-03-01
Numac : 2011000111

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

 


Algemene Directie Veiligheid en Preventie. - Directie Private Veiligheid. - Betreft : Rondzendbrief SPV05 betreffende bewaking in het uitgangsleven
Aan de dames en heren provinciegouverneurs
De korpschefs van de lokale politie
De commissaris-generaal van de federale politie
De leden van Polnet SPV
De bewakingsondernemingen, interne bewakingsdiensten en de opleidingsinstellingen
Inleiding
Sinds 1999 is bewaking in het uitgaansleven geregeld door de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid. (1) Hierdoor kreeg de overheid grip op zij die securitydiensten aanbieden in cafés en dansgelegenheden. Hun bevoegdheden en verplichtingen werden duidelijk afgelijnd en zowel de overheid als de uitbaters verkregen een grotere controle. Deze maatregel heeft deze deelsector van de bewaking in belangrijke mate gesaneerd. Sindsdien zijn praktijken, zoals portiersoorlogen, schietpartijen, banden met het drugsmilieu en zware geweldsuitoefening, aanzienlijk verminderd.
De situatie is echter nog niet optimaal. Er zijn nog vormen van illegale bewaking. Door afwezigheid van schriftelijke documenten en zwartwerk is de juridische situatie van het veiligheidspersoneel dikwijls onduidelijk. Bij incidenten hebben politiediensten het moeilijk om te weten wie op welke plaats en op welk moment bewakingstaken uitvoerde. Slachtoffers van tussenkomsten van bewakingspersoneel weten onvoldoende dat de verzekering van de bewakingsonderneming of de interne bewakingsdienst de door hen opgelopen schade kan vergoeden.
Ikzelf, maar ook tal van lokale bestuurlijke en gerechtelijke overheden hechten veel belang aan de correcte uitvoering van bewakingsfuncties in deze deelsector. Om al deze redenen is voorzien in een aantal nieuwe maatregelen. (2) Ze zijn voorbereid door medewerkers van de lokale politiediensten, aangesloten bij het netwerk Polnet SPV. Ze worden hieronder toegelicht.
Toepassingsgebied
Welke plaatsen ?
Met uitzondering van de regels inzake wapens, is de nieuwe regelgeving specifiek gericht op de bewakingssector in het uitgaansleven. Meer bepaald gaat het om dansgelegenheden, cafés, bars en kansspelinrichtingen.
Een dansgelegenheid kan gewoonlijk' of occasioneel' zijn. Het onderscheid heeft niets te zien met de frequentie, maar wel met de bestemming van de plaats. Gaat het om een plaats die gewoonlijk bestemd is als dansgelegenheid, zoals een dancing, een danscafé of een discotheek, dan is er sprake van een gewoonlijke' dansgelegenheid. Als het daarentegen om een polyvalente zaal gaat, zoals een gemeentezaal, waar soms zeer uiteenlopende activiteiten plaatsvinden, is er sprake van een occasionele' dansgelegenheid, wanneer er een evenement georganiseerd wordt waarbij het de bedoeling is dat er gedanst wordt. (3) Voorbeelden hiervan zijn een fuif of een bal. De regelgeving duidt de uitbater van een gewoonlijke' dansgelegenheid, café, bar of kansspelinrichting aan als de beheerder' (4) en heeft het over de organisator wanneer het gaat over een inrichter van een evenement in een occasionele' dansgelegenheid. (5)
De bedoeling van de beheerder of de organisator dat er gedanst wordt, kan blijken uit één of meerdere elementen : (6)
- de materiële organisatie van de plaats : er is bijvoorbeeld voorzien in een dansvloer;
- de bekomen toestemmingen of vergunningen : de beheerder heeft vanwege de overheid eerder toestemmingen of vergunningen bekomen om bijvoorbeeld een dancing uit te baten;
- het maatschappelijk doel of de handelsactiviteit van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die ze uitbaat : uit het doel, de handelsbenaming of de handelsactiviteit volgt dat het gaat om een dansgelegenheid;
- de organisatie van een evenement : een eenmalig evenement is dusdanig georganiseerd dat eruit blijkt dat de organisator de bedoeling heeft dat het publiek er danst; er is bijvoorbeeld voorzien in een dj;
- publiciteit of aankondigingen : op website, affiches, flyers worden dansmogelijkheden aangekondigd doordat er bijvoorbeeld sprake is van een fuif.
Concerten en festivals worden in de regel niet aanzien als een dansgelegenheid, tenzij de organisatoren er expliciet hebben voorzien in een dansgelegenheid, hetzij op een specifieke plaats (b.v. een aparte danstent), hetzij op een specifiek moment (b.v. een fuif die een festival afsluit). In dit geval zijn de maatregelen, besproken in deze rondzendbrief enkel van toepassing op deze specifieke plaats of op dat specifiek moment.
Het geheel van de doelgroep wordt verder in de tekst aangeduid als 'uitgaansleven'.
Welke activiteiten ?
De nieuwe maatregelen, voorzien in het KB methodes, gelden voor alle bewakingsactiviteiten die op de plaatsen, behorend tot het uitgaansleven worden georganiseerd : goederenbewaking (zoals bewaking van parkings, kassa's of installaties), bescherming van personen (b.v. begeleiding van artiesten) en persoonscontrole (zoals toegangscontrole, vrijhouden nooduitgangen, bescherming van publiek voor podia, bewaking van zones, exclusief voor VIP's en het bewaken van omheiningen teneinde te voorkomen dat het publiek ze beklimt).
Evenementen met vrijwilligersregime
Bij evenementen in een 'occasionele' dansgelegenheid kunnen, in plaats van of naast professionele bewakingsagenten, ook vrijwilligers worden ingezet. Daarmee heeft de wetgever uitdrukkelijk de nodige ruimte willen laten voor een soepele organisatie van toezicht bij de vaak niet commerciële evenementen die door verenigingen georganiseerd worden. (7) Daarom voorziet de wet in de mogelijkheid om, zo dit slechts sporadisch gebeurt, met de eigen leden van de organiserende vereniging een tijdelijke security-dienst in te richten. Anderzijds moeten praktijken voorkomen worden waarbij hondenclubs, gevechtssportclubs, bodybuildingcentra, e.d. voor derden bewakingsdiensten zouden uitvoeren.
Ook het fenomeen van 'schijnvrijwilligers' moet voorkomen worden : personen die zich veelvuldig aandienen als vrijwilliger, ongeacht de organisator van het evenement. Ze worden dikwijls ook verdoken betaald. Schijnvrijwilligers worden vaak gerekruteerd door gespecialiseerde verenigingen of ondernemingen. In feite gaat het om illegale bewakingsondernemingen.
Precies daarom geldt de figuur van het vrijwilligersregime slechts in de vorm van een interne bewakingsdienst en is de organisatie van deze security slechts mogelijk met eigen leden of althans met personen die een aanwijsbare band hebben met de organisatoren. Deze band is evident voor de werkelijke leden van een vereniging, maar is ook aanwezig, bijvoorbeeld voor de leden van een oudervereniging van een school, voor een supportersclub van een sportploeg of een vereniging van gewezen leiders van een jeugdbeweging.
Het is de burgemeester, die, vooraleer hij de toestemming verleent tot het inzetten van vrijwilligers, dit aspect beoordeelt, na advies van de korpschef van de lokale politie.
Deze organisatievorm is echter aan strikte voorwaarden onderworpen. Ze geldt slechts :
- voor de sporadische organisatie van bewakingsactiviteiten bij evenementen;
- voor de uitvoering van de bewakingsactiviteit 'persoonscontrole';
- zo de inzet van de vrijwilligers onbezoldigd geschiedt;
- zo het vrijwilligersteam uitsluitend is samengesteld uit eigen leden van de organiserende vereniging en niet uit derden.
Met de sporadische organisatie van bewakingsactiviteiten bij evenementen, wordt een frequentie geviseerd die de norm van drie tot viermaal per jaar niet overschrijdt. Verder was het de uitdrukkelijke wil van de wetgever dat deze activiteit niet betaald wordt. Het betalingsverbod dient in de zin van deze wetgeving streng te worden geïnterpreteerd. Er wordt geen enkele vorm van betaling geduld (ook niet in natura); betaling kan evenmin geschieden in de vorm van fooien. (8)
In bijlage 1 is een model gevoegd van aanvraag en in bijlage 2 van schriftelijke toestemming voor de inzet van vrijwilligers, verleend door de burgemeester. Beide modellen kunnen door de lokale overheid wordt gehanteerd.
De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor de aanwezigheid van het origineel en een kopie van de toestemming van de burgemeester op de plaats waar vrijwilligers hun activiteiten uitoefenen. (9) Indien de persoonsgegevens van de vrijwilligers niet zouden opgenomen zijn in de schriftelijke toestemming, moet in ieder geval er ook in tweevoud een lijst zijn met de vermelding van de namen, voornamen, het rijksregisternummer en het adres van de ingezette vrijwilligers. (10) Bij controle ter plaatse kunnen verbalisanten de kopie van deze documenten meenemen en, in voorkomend geval, bij een proces-verbaal voegen. (11)
Bewakingsovereenkomst
Bij controles in het uitgaansleven kan er soms niet met zekerheid worden vastgesteld voor wiens rekening de aangetroffen bewakingsagenten werkzaam zijn. Bovendien bestaat er in deze sector een praktijk waarbij dikwijls betaald wordt door handgift en er geen geschreven overeenkomsten bestaan. Bij controles of naar aanleiding van incidenten leggen de betrokken uitbaters, organisatoren, agenten en leidinggevenden van bewakingsondernemingen over deze kwestie soms tegenstrijdige verklaringen af. Om dit te vermijden moet er een schriftelijke bewakingsovereenkomst zijn indien agenten van bewakingsondernemingen worden ingezet. (12) Zowel de betrokken bewakingsonderneming als, hetzij de organisator van het evenement, hetzij de beheerder van de zaak zijn hiervoor verantwoordelijk.
In geval van een schriftelijke bewakingsovereenkomst worden de ter plaatse aangetroffen bewakingsagenten, behoudens tegenbewijs, geacht te behoren tot de bewakingsonderneming die de overeenkomst heeft afgesloten. In het andere geval worden ze, eveneens behoudens tegenbewijs, geacht te behoren tot de, al dan niet vergunde interne bewakingsdienst van de organisator of de beheerder van de zaak.
De schriftelijke overeenkomst die minstens de bepalingen moet bevatten, zoals in het opgelegde model, bevat alle elementen die noodzakelijk zijn om rechtszekerheid te bieden aan alle partijen en een effectieve controle mogelijk maken. Ze bevat onder andere de namen van de partijen, de uit te voeren bewakingsactiviteiten, de uitvoeringsplaats, de tijdsduur, de verzekering en het aantal in te zetten bewakingsagenten. (13) Daarnaast mag de schriftelijke overeenkomst nog andere bepalingen bevatten, zoals uiteraard de prijs, de datum van facturatie en dergelijke meer.
Een ondertekend exemplaar van de schriftelijk overeenkomst en een kopie ervan wordt ten allen tijde bewaard op de plaats waar de bewakingsactiviteiten worden uitgeoefend :
- in geval van een evenement, gedurende de tijd waarop het evenement doorgang vindt; (14)
- in alle andere gevallen, tijdens de openingsuren van de zaak en dit tot twee maanden na de einddatum voorzien in de overeenkomst. (15)
Bij controle ter plaatse kunnen verbalisanten de kopie van de bewakingsovereenkomst meenemen en, in voorkomend geval, aan een proces-verbaal toevoegen. (16)
De bewakingsonderneming bewaart een exemplaar van de bewakingsovereenkomst op het adres, vermeld in het vergunningsbesluit van de onderneming :
- minstens gedurende drie jaar indien de duur van de overeenkomst minder dan drie jaar bedraagt;
- gedurende de duur van de overeenkomst indien deze meer dan drie jaar bedraagt. (17)
Postchef
De bewakingsonderneming en de interne bewakingsdienst dienen op plaatsen, waar er twee of meer bewakingsagenten werkzaam zijn, een postchef aan te stellen. Hij wordt geacht de leiding te hebben over de aanwezige bewakingsploeg en is uitgerust met een mobiele telefoon. (18) Deze verplichting is opgenomen in de bewakingsovereenkomst. (19)
Opleiding en identificatiekaart bewakingsagenten
Opleiding is enkel verplicht voor bewakingsagenten die tot een bewakingsonderneming of in een interne bewakingsdienst behoren; niet voor vrijwilligers.
De uitvoerende bewakingsagenten
Wegens het zeer specifieke karakter van het uitgangsleven en de er eigen toegepaste methodes en werkwijzen, moeten bewakingsagenten die activiteiten van persoonscontrole uitvoeren op werkposten die cafés, bars, kansspelinrichtingen en vaste dansgelegenheden, naast de basisopleiding, ook een opleiding gevolgd hebben voor het bekomen van het « bekwaamheidsattest bewakingsagent café en dansgelegenheden ». (20) De identificatiekaart van de bewakingsagent die met vrucht deze opleiding gevolgd heeft, vermeldt de functiecode 'EXE 07'. De andere agenten die enkel instaan voor goederenbewaking, zoals het bewaken van voertuigen op parkings, moeten enkel de basisopleiding gevolgd hebben; hun identificatiekaart vermeldt de functiecode « EXE 10 ». (21)
De postchef
Indien de ploeg die hij leidt bestaat uit 15 of minder agenten, moet de postchef beschikken over het bekwaamheidsattest, vereist voor de bewakingsagenten waarover hij de leiding heeft. Hij moet minstens zes maanden houder zijn van een identificatiekaart voor deze bewakingsactiviteit.
Indien de ploeg die hij leidt bestaat uit meer dan 15 bewakingsagenten, moet hij houder zijn van het bekwaamheidsattest leidinggevend type A of minstens type B. (22) In dit geval vermeldt zijn identificatiekaart de functiecode 'Dir 01' (type A) of 'Dir 02' (type B). (23)
Registratie van bewakingsagenten
In het uitgaansleven moeten bewakingsagenten zich op hun werkpost schriftelijk registreren door aanduiding van het begin en het einde van hun bewakingsopdracht. Deze verplichting geldt niet voor vrijwilligers. De registratie in cafés, bars, kansspelinrichtingen en 'gewoonlijke' dansgelegenheden gebeurt in een genummerd en vastbladig register. Bij occasionele dansgelegenheden gebeurt dit door het invullen van bewakingslijsten. (24) Zowel de beheerder als hetzij de bewakingsonderneming, hetzij de interne bewakingsdienst zijn er verantwoordelijk voor dat in een 'gewoonlijke' dansgelegenheid, café, bar of kansspelinrichting een correct ingevuld bewakingsregister aanwezig is. (25) Hetzelfde geldt voor de organisator en de bewakingsonderneming voor de aanwezigheid van een correct ingevulde bewakingslijst bij occasionele dansgelegenheden. (26) Op deze wijze moet het voor controle- en politiediensten duidelijk zijn welke agent op welk moment op welke plaats een bewakingsfunctie uitoefent of uitoefende. Deze maatregel gaat in op 1 april 2011.
Registraties gebeuren enkel en alleen in de bewakingsregisters en bewakingslijsten, verdeeld door de administratie van de FOD Binnenlandse Zaken. Deze registers en lijsten zullen door de administratie ter beschikking worden gesteld aan interne bewakingsdiensten en bewakingsondernemingen. Mijn administratie zal aan de interne bewakingsdiensten en bewakingsondernemingen wat dat betreft nog instructies verstrekken.
Bewakingsregisters en bewakingslijsten moeten vooraleer ze in gebruik worden genomen, afgestempeld worden door de lokale politie. Zo kan de lokale politie weten in welke dansgelegenheden bewakingsagenten worden ingezet, hoeveel het er zijn en voor welke bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst ze werkzaam zijn.
De rubrieken van de bewakingslijsten en van de bewakingsregisters mogen, eenmaal ze zijn ingevuld, niet meer worden gewist of gewijzigd. (27) De registers en de lijsten bevatten een origineel en een kopie van alle registraties. Bij controle ter plaatse kunnen verbalisanten de lijst van de geregistreerde bewakingsagenten meenemen en, in voorkomend geval, bij een proces-verbaal voegen. (28)
Bewaking onder cameratoezicht
In sommige gevallen moet er, waar er bewaking is bij de in- en uitgang, camerabewaking zijn. Deze verplichting geldt bij bewaking in cafés, bars, kansspelinrichtingen of 'gewoonlijke' dansgelegenheden die in één van de volgende gevallen verkeren.
1. ofwel is er op deze plaats reeds een camerasysteem geïnstalleerd;
2. ofwel bedraagt de oppervlakte van het publiek toegankelijk gedeelte van die plaats minstens 100 m2;
3. ofwel heeft de burgemeester van de gemeente waar deze plaats gelegen is, beslist dat er een camerasysteem moet worden geïnstalleerd.
In deze drie gevallen kunnen bewakingsagenten bij de toegang of bij de uitgang van de plaats hun functie slechts uitoefenen en bewakingshandelingen stellen, voor zover dit gebeurt binnen het gezichtsveld van een bewakingscamera, waarvan de beelden geregistreerd en bewaard worden. (29) Indien er geen camera's zijn of de beelden niet geregistreerd en bewaard worden, kunnen er geen bewakingsactiviteiten plaatsvinden.
Deze maatregel moet zowel voor de bewakingsagenten als voor de bezoekers een grotere rechtszekerheid bieden in geval van betwistingen over incidenten. Na incidenten, lopen de versies van bezoekers en bewakingsagenten over wat zich werkelijk heeft voorgedaan, vaak erg uiteen. De geregistreerde camerabeelden moeten hierbij helpen uitsluitsel te bieden. Ook bij controle over de naleving van de wet private veiligheid, kunnen camerabeelden nuttig zijn.
Deze camerasystemen zijn tevens onderworpen aan de camerawet. (30)
Verzekering
Bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten hebben een speciale verzekering burgerlijke aansprakelijkheid. Dit is een van de vereisten voor het verkrijgen of behouden van hun vergunning. (31) Deze verzekering dekt de schade die iemand heeft opgelopen ten gevolge van een handeling gesteld door een bewakingsagent in de uitoefening van zijn functie. De dekking geldt voor de schade die voortvloeit uit zowel lichamelijke letsels als de schade aan goederen. (32) Om vergoed te worden kunnen slachtoffers zich rechtstreeks wenden tot de verzekeringsmaatschappij. Deze verzekering is niet noodzakelijk voor organisatoren van evenementen die werken met vrijwilligers.
De praktijk heeft echter uitgewezen dat slachtoffers meestal niet op de hoogte zijn van deze vergoedingsmogelijkheid of in ieder geval de weg niet vinden naar de betrokken verzekeringsmaatschappij. Verzekeringsmaatschappijen worden dan ook zeer zelden aangesproken om schadevergoedingen uit te keren.
Daarom is een grotere transparantie noodzakelijk. Om dit te verwezenlijken moet de verzekering worden aangekondigd door middel van een in de regelgeving vastgelegde boodschap. (33) De tekst van de boodschap is precies, ze mag niet gewijzigd of aangevuld worden. Anders gaat het niet meer om dezelfde tekst dan diegene die de regelgeving oplegt. De tekst bevat alle essentiële informatie : de naam van de bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst, de naam van de verzekeringsonderneming en het polisnummer van de verzekering.
Deze bekendmaking gebeurt als volgt :
- aan de toegang van de zaak : bij de toegang van zowel 'gewoonlijke' als 'occasionele' dansgelegenheden, cafés, bars of kansspelinrichtingen moet de verzekering worden aangekondigd op een voor het publiek duidelijk zichtbare en leesbare wijze, dit wil zeggen op ooghoogte; voor deze aankondiging zijn zowel hetzij de beheerder, hetzij de organisator als hetzij de bewakingsonderneming of hetzij de interne bewakingsdienst verantwoordelijk; (34)
- op de website : indien een café, bar, kansspelinrichting of een 'gewoonlijke' dansgelegenheid over een website beschikt, moet deze tekst er op een duidelijk zichtbare en leesbare wijze zijn op aangebracht; indien de aankondiging niet gebeurt op de startpagina van de website, moet de startpagina er minstens naar verwijzen; de beheerder van de zaak is hiervoor verantwoordelijk. (35)
Om te waarborgen dat de beheerder of de organisator met zekerheid kunnen kennis hebben van de inhoud van de aankondiging, is de bewakingsonderneming verplicht de nodige gegevens hierover op te nemen in de bewakingsovereenkomst. (36) Ook op de bewakingslijsten en in de bewakingsregisters zal deze informatie vermeld zijn. (37)
Incidentmelding
Verantwoordelijken van de lokale politie achten het soms noodzakelijk dat de incidenten die zich voordoen in het uitgaansleven hen worden gemeld. Anderen vinden dit niet nodig. Daarom voorziet de regelgeving dat deze verplichting facultatief is. Ze geldt enkel en alleen indien de korpschef van de lokale politie dit heeft bepaald en indien hij de beheerder van de plaats hiertoe schriftelijk instructies heeft verstrekt. De korpschef kan vaststellen welke incidenten moeten gemeld worden, op welke wijze (telefonisch, fax, e-mail, aangifte in politiepost) en op welke tijdstippen dit moet gebeuren. De beheerder van de plaats en de postchef van de bewakingsagenten zijn er dan verantwoordelijk voor dat de incidentmeldingen volgens de instructies van de korpschef worden uitgevoerd. Bijlage 3 bevat een model dat hierbij kan gehanteerd worden. In voorkomend geval geldt deze verplichting enkel voor cafés, bars, kansspelinrichtingen en 'gewoonlijke' dansgelegenheden en uitdrukkelijk niet voor 'occasionele' dansgelegenheden en dus ook niet voor organisatoren die uitsluitend op vrijwilligers beroep doen. (38)
Toegangscontrole
Met het oog op het opsporen van wapens of andere gevaarlijke voorwerpen waarvan het binnenbrengen in een plaats het goed verloop van het evenement kan verstoren of de veiligheid van de aanwezigen in het gedrang kan brengen, kunnen bewakingsagenten de controle van de kledij en de persoonlijke goederen van bezoekers controleren. (39)
Ter herinnering :
1° De controle heeft een specifiek doel : de veiligheid in een bewaakte plaats. Bezoekers kunnen enkel gecontroleerd worden met het oog op dit doel. Controles voor andere doeleinden zijn verboden, bijvoorbeeld : controles om na te gaan of iemand drugs, een fototoestel of etenswaren bij zich draagt.
2° De controle is enkel mogelijk bij de toegang.
3° De controle mag niet systematisch geschieden; ze mag niet op iedereen worden toegepast, maar ze moet uitzonderlijk blijven. Enkel personen waarvan men vermoedt dat ze een wapen of een gevaarlijk voorwerp dragen mogen aan een controle onderworpen worden. Dit vermoeden kan bijvoorbeeld blijken omdat een persoon zich toegang te wenst verschaffen, en eerder werd aangetroffen in het bezit van een gevaarlijk voorwerp, of behoort tot een groep die zich gewelddadig gedraagt of een metaaldetector een positief signaal aangeeft, terwijl de betrokkene beweert geen metalen voorwerpen op zich te dragen.
4° De controle zelf kan uitsluitend bestaan uit een oppervlakkige betasting van de kleding en de controle van de handbagage. De gecontroleerde persoon haalt zelf de goederen uit zijn zakken of uit zijn handbagage en toont ze aan de bewakingsagent. De bewakingsagent kan dus zelf niet de handtas of de zakken van de kledij van de gecontroleerde persoon onderzoeken.
5° Enkel mannelijke bewakers mogen mannen controleren; enkel vrouwelijke bewakers kunnen vrouwen controleren.
6° De gecontroleerde mag niet gedwongen worden tot de controle; ze geschiedt op basis van vrijwilligheid.
7° Wie zich niet wenst te laten controleren kan de toegang ontzegd worden.
Het feit dat de gecontroleerde zijn toestemming zou hebben gegeven voor niet in de wet voorziene controles, maakt ze niet minder onwettig. Ook het feit dat ze aangekondigd staan op toegangstickets of op affiches doet geen afbreuk aan het illegaal karakter ervan.
Indien de activiteiten plaatsvinden in een publiek toegankelijke plaats, wat in het uitgaansleven vrijwel altijd het geval zal zijn, is voor deze toegangscontrole eerst een toestemming nodig van de burgemeester van de gemeente waar deze controles gepland zijn. Deze toestemming die aangevraagd wordt door de bewakingsonderneming of de interne bewakingsdienst of, indien de controlerende personen vrijwilligers zijn, de organisator, moet per bewakingsopdracht slechts éénmaalgegeven worden. Iedere burgemeester kan, in het belang van de veiligheid, voorwaarden verbinden aan zijn toestemming. Het is dus nuttig na te gaan of dit het geval is. Het originele exemplaar van de toestemming van de burgemeester en een kopie ervan, moeten op de plaats waar deze toegangscontrole wordt uitgevoerd aanwezig zijn. (40)
Bij controle ter plaatse kunnen verbalisanten de kopie van deze toestemming meenemen en, in voorkomend geval, bij een proces-verbaal voegen. (41)
Controle toegangsbewijzen
Hoewel de controle van toegangsbewijzen theoretisch geen bewakingsactiviteit uitmaakt, kan het ticketsysteem een onderdeel vormen van een ruimer veiligheidsconcept van een evenement of een plaats. Daarom kunnen bewakingsagenten toegangsbewijzen controleren. Deze bewakingsagenten moeten echter aan dezelfde uitoefeningsvoorwaarden voldoen dan andere bewakingsagenten.
Wapens
In de context van het uitgaansleven kunnen bewakingsagenten nooit wapens dragen. Dit komt omdat wapendracht verboden is bij bewakingstaken zowel in publiek toegankelijke plaatsen als bij activiteiten van persoonscontrole. (42) Daarenboven mogen er geen wapens beschikbaar zijn op de uitvoeringsplaats van activiteiten van persoonscontrole of in het voertuig waarmee de bewakingsagent zich naar deze plaats begeeft. (43) Met de uitvoeringsplaats wordt de dansgelegenheid, het café, de bar of de kansspelinrichting bedoeld waar de bewakingsagent zijn activiteiten uitoefent. Het verbod slaat zowel op niet-verboden als op verboden wapens (b.v. telescopische matrakken, peperspray, messen of andere voorwerpen zoals baseballknuppels, kettingen, enz...).
De enige uitzondering op deze regel vormen de wapens die door bezoekers zijn achtergelaten bij de toegangscontrole door bewakingsagenten. De bewakingsagent is in dit geval echter verplicht van zodra de bezitter het wapen heeft achtergelaten, de politie onmiddellijk in kennis te stellen van de afgifte van het wapen. (44) De politie beslist dan wat er verder moet gebeuren.
Ook het bezit van handboeien of voorwerpen die met dit doel gedragen worden, zoals snelbinders, zijn verboden. (45)
Slot
Mag ik U vragen, mevrouw, mijnheer de Gouverneur, de dames en heren Burgemeesters van de inhoud van deze rondzendbrief op de hoogte te willen brengen. Mag ik U ook verzoeken de georganiseerde jeugd- en cultuursector in Uw provincie te willen inlichten. Uit ervaring is immers gebleken dat organisatoren van organisaties vaak onvoldoende vertrouwd zijn met de regels indien ze evenementen organiseren met bewaking met vrijwilligers. Voor alle bijkomende toelichting aangaande deze materie kan men steeds beroep doen op de FOD Binnenlandse Zaken, AD Veiligheid en Preventie, Directie Private Veiligheid, Waterloolaan, 76, 1000 Brussel (tel. : 02-557 34 56). Bij dezelfde dienst kan ook een elektronische versie bekomen worden van de modellen, gevoegd bij deze rondzendbrief.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. A. TURTELBOOM

Bijlage 1 :
Aanvraag toestemming voor het inzetten van vrijwilligers
voor het uitvoeren van bewakingsactiviteiten (1)
1. Datum aanvraag :
Gegevens over het evenement
2. Naam van het evenement :
Precieze beschrijving van de aard van het evenement (sport, folklore, fuif, cultureel, andere...) :
. . . . .
Is het de bedoeling dat er tijdens het evenement gedanst wordt ? (Ja/Neen) (*)
Plaats van het evenement : (adres + eventuele naam plaats)
Datum :
Voorzien aanvangsuur :
Voorzien einduur :
Gegevens over de organisatie
3. Naam organiserende vereniging :
Naam, adres, telefoonnummer van de verantwoordelijke van de organisatie :
4. Ondergetekende verklaart dat de organiserende vereniging de afgelopen 12 maanden niet meer dan driemaal een evenement heeft georganiseerd waarbij vrijwilligers werden ingezet.
5. Doet de organiserende vereniging, naast vrijwilligers ook beroep op bewakingsondernemingen? (Ja/Neen) (*). Zoja, welke is de naam van deze bewakingsonderneming(en) ? . . . . . Wat is het aantal door hen voorziene bewakingsagenten ? :
Gegevens over de vrijwilligers

Naam Voornaam Nummer rijksregister Adres Beroep
         
         
         
         
         
         
         
         
         


6. De leiding over de vrijwilligers berust bij (naam vrijwilliger) die als postchef optreedt en tijdens het evenement ter plaatse mobiel telefonisch bereikbaar is op het nummer : (telefoonnummer).
7. Ondergetekende verklaart dat de door hem opgegeven vrijwilligers :
- geen lid zijn van een politiedienst en er de voorbije 5 jaar geen deel van uitgemaakt hebben, noch het beroep uitoefenen van privédetective of wapenhandelaar;
- lid zijn van de organiserende vereniging of er minstens volgende, omstandig omschreven, aanwijsbare band mee hebben :
. . . . .
- ten minste 18 jaar oud zijn (voor de uitvoerders) en 21 jaar oud zijn (voor de postchef);
- onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of in het andere geval gedurende tenminste drie jaar hun wettige hoofdverblijfplaats in België hebben;
- de taak van vrijwilliger slechts sporadisch (maximum 4 keer/jaar) uitoefenen, dat ze niet beschikken over een identificatiekaart als bewakingsagent en dat ze geen deel uitmaken van een bewakingsonderneming of een interne bewakingsdienst;
- enkel taken zullen uitoefenen van persoonscontrole/verkeersbegeleiding (*).
Hij verklaart dat er voor de inzet van de vrijwilligers geen vergoedingen plaatsvinden, hetzij in geld, hetzij in natura, en dit noch aan henzelf, noch aan derden.
Voor echt verklaard,
(Naam, voornaam, datum en handtekening aanvrager)
Dit aanvraagformulier moet minstens . . . . . dagen voor de aanvang van het evenement bezorgd zijn aan :
. . . . .
(*) schrappen wat niet past.

Bijlage 2 :
Toestemming voor het inzetten van vrijwilligers
voor het uitvoeren van bewakingsactiviteiten (1)
1. Op (datum) heeft de burgemeester van (naam gemeente), na advies van de korpschef van de lokale politie, de toestemming verleend voor de inzet van volgende natuurlijke personen om toe te zien op het veilig verloop van het evenement (naam evenement), georganiseerd door (naam organisator) op (datum evenement) te (adres plaats evenement).
2. Deze toestemming is enkel geldig voor onderstaande personen :
Als postchef :

Naam Voornaam Adres
     


Als vrijwillige bewakers :

Naam Voornaam Adres
     
     
     
     
     


De voorwaarden waaronder vrijwilligers kunnen worden ingezet, bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en haar uitvoeringsbesluiten en uiteengezet in de punten 4 en 7 van het aanvraagformulier, ingevuld voor het bekomen van deze toestemming, zijn van toepassing.
3. De politiediensten en de bevoegde ambtenaren van FOD Binnenlandse Zaken zijn bevoegd om controle uit te oefenen op de naleving van de wettelijke verplichtingen van de organisatie en van de vrijwilligers. Ze stellen proces-verbaal op indien inbreuken worden vastgesteld. De organisator, de postchef en de uitvoerende vrijwilligers verlenen ten allen tijde hun volledige medewerking bij een eventuele controle.
4. De organisator en de postchef houden een kopie van deze toestemming gedurende de duur van de toezichtstaken van de vrijwilligers op de plaats van het evenement ter beschikking van de diensten, bedoeld onder 3.
5. Voor de veiligheid is het aangewezen dat de met toezicht belaste vrijwilligers als dusdanig herkenbaar zijn door het publiek. Daartoe kunnen ze een herkenningsteken dragen op de kledij of uitgerust zijn met uniforme kledingsstukken. De kleuren van de uniforme kledingsstukken zijn wit, zwart, rood of geel. Met de aangebrachte herkenningstekens of uniforme kledij moet vermeden worden dat er bij het publiek verwarring kan ontstaan met medewerkers die uitsluitend andere dan security-taken uitvoeren of met de uniformen van eventueel professionele bewakingsagenten die, naast vrijwilligers, bij het evenement worden ingezet.
De burgemeester of de door hem daartoe aangestelde afgevaardigde,
(Naam, voornaam, datum en handtekening)

Bijlage 3 :
Incidentmelding bij bewakingsactiviteiten
Ondergetekende, korpschef van de lokale politie (naam politiezone) heeft op (datum) bepaald dat in uitvoering van de bepaling, bedoeld in artikel 37 van het Koninklijk besluit van 15 maart 2010 tot regeling van bepaalde methodes van bewaking volgende feiten die zich hebben voorgedaan in of aan de instelling (naam van de instelling), waar bewakingsactiviteiten plaatsvinden aan de lokale politie moeten gemeld worden, op de wijze, vermeld in deze instructie : (vrij te bepalen of :)
- feiten die een wanbedrijf of een misdaad uitmaken;
- gebeurtenissen waarvoor de politie- of de hulpdiensten werden opgeroepen.
1. De hierboven bedoelde instellingen zijn cafés, bars, kansspelinrichtingen en gewoonlijke dansgelegenheden, waar bewakingsactiviteiten plaatsvinden en die gelegen zijn op het grondgebied van de gemeenten (gemeenten behorend tot de politiezone).
2. De meldingsplicht staat los van de verplichting om in sommige situaties de politie onmiddellijk te verwittigen. In het kader van de bewakingsactiviteiten zijn de voornaamste :
a) Indien zich een toestand voordoet waarbij iemand in een ernstig gevaar verkeert. In dit geval moet eenieder die, hetzij zelf die toestand heeft vastgesteld of hetzij die toestand hem is beschreven, onmiddellijk hulp verlenen. Doet hij dat niet, dan pleegt hij schuldig verzuim. (1) Al naar gelang de omstandigheid kan deze hulp er minstens in bestaan onmiddellijk de politie te verwittigen.
b) Een particulier die iemand op heterdaad betrapt bij het plegen van een wanbedrijf of een misdaad, kan deze persoon vasthouden op voorwaarde dat hij onmiddellijk de politie verwittigt en in afwachting dat deze ter plaatse komt. (2)
c) De bewakingsagent die controle uitoefent bij de toegang van de instelling, kan in het bezit zijn van een wapen dat hem door de bezitter werd afgegeven. Hij dient onmiddellijk nadat de bezitter het wapen afgaf de politie van deze afgifte in kennis te stellen. (3)
In deze drie gevallen dient de politie onmiddellijk verwittigd te worden via het noodnummer 112. Daarnaast dient en incidentmelding te gebeuren, zoals in deze instructie omschreven.
3. Elke, ingevolge deze instructie, verrichtte incidentmelding gebeurt schriftelijk en wel door het invullen van onderstaand invulformulier.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
4. Het formulier van incidentmelding dient aan de lokale politie te worden overgemaakt :
O uiterlijk om (vast tijdstip)
O uiterlijk (tijdspanne) na de feiten.
Dit dient te gebeuren :
O elektronisch op volgend e-mailadres : (e-mailadres)
O per faxbericht via volgend nummer : (faxnummer)
O door afgifte op de politiepost te : (adres).
5. Zowel de beheerder van de instelling als de postchef van de bewakingsagenten die er bewakingsactiviteiten uitoefenen zorgen ervoor dat de incidentmeldingen volgens deze instructie plaatsvinden. Indien aan deze meldingplicht niet wordt voldaan kan zowel aan de beheerder als aan de postchef een administratieve sanctie worden opgelegd.
6. Deze instructie blijft van toepassing, zolang ze niet herroepen of door een andere instructie vervangen wordt.
7. Deze instructie werd in dubbel opgemaakt en voor kennisname genaamtekend door (naam en adres), beheerder van de instelling (naam), gelegen te (adres) op (datum), aan wie een exemplaar werd overhandigd. Op zijn beurt stelt de beheerder de postchef van de bewakingsagenten in kennis van deze instructie.
(Naam, voornaam, datum en handtekening)
(De afgevaardigde van de) Korpschef van de lokale politie te (naam).
Voor kennisname,
(Naam, voornaam, datum en handtekening)
Beheerder van de instelling (naam), gelegen te (adres)

Bijlage 1 :
Aanvraag toestemming voor het inzetten van vrijwilligers
voor het uitvoeren van bewakingsactiviteiten
1. Datum aanvraag :
Gegevens over het evenement
2. Naam van het evenement :
Precieze beschrijving van de aard van het evenement (sport, folklore, fuif, cultureel, andere...) :
. . . . .
Is het de bedoeling dat er tijdens het evenement gedanst wordt ? (Ja/Neen) (*)
Plaats van het evenement : (adres + eventuele naam plaats)
Datum :
Voorzien aanvangsuur :
Voorzien einduur :
Gegevens over de organisatie
3. Naam organiserende vereniging :
Naam, adres, telefoonnummer van de verantwoordelijke van de organisatie :
4. Ondergetekende verklaart dat de organiserende vereniging de afgelopen 12 maanden niet meer dan driemaal een evenement heeft georganiseerd waarbij vrijwilligers werden ingezet.
5. Doet de organiserende vereniging, naast vrijwilligers ook beroep op bewakingsondernemingen? (Ja/Neen) (*). Zoja, welke is de naam van deze bewakingsonderneming(en) ? :
Gegevens over de vrijwilligers

Naam Voornaam Nummer rijksregister Beroep Functie in de vereniging
         
         
         
         
         
         
         
         
         


6. De leiding over de vrijwilligers berust bij (naam vrijwilliger) die als postchef optreedt en tijdens het evenement ter plaatse mobiel telefonisch bereikbaar is op het nummer : (telefoonnummer).
7. Ondergetekende verklaart dat de door hem opgegeven vrijwilligers :
- geen lid zijn van een politiedienst en er de voorbije 5 jaar geen deel van uitgemaakt hebben, noch het beroep uitoefenen van privédetective of wapenhandelaar;
- lid zijn van de organiserende vereniging of er minstens volgende aanwijsbare band mee hebben :
. . . . .
- tenminste 18 jaar oud zijn (voor de uitvoerders) en 21 jaar oud zijn (voor de postchef);
- onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of in het andere geval gedurende tenminste drie jaar hun wettige hoofdverblijfplaats in België hebben;
- de taak van vrijwilliger slechts sporadisch uitoefenen, niet beschikken over een identificatiekaart als bewakingsagent en geen deel uitmaken van een bewakingsonderneming of een interne bewakingsdienst;
- enkel taken zullen uitoefenen van persoonscontrole/verkeersbegeleiding (*).
Hij verklaart dat er voor de inzet van de vrijwilligers geen vergoedingen plaatsvinden, hetzij in geld, hetzij in natura, en dit noch aan henzelf, noch aan derden.
8. In bijlage is de fotokopie gevoegd van de voorzijde van het identiteitsbewijs van de vrijwilligers en van diegenen onder hen die hun woonplaats niet hebben in de gemeente behorende tot de politiezone (naam politiezone), eveneens het origineel van het uittreksel uit het strafregister, dat op datum van deze aanvraag maximum zes maanden oud is.
Voor echt verklaard,
(Naam, voornaam, datum en handtekening aanvrager)
Dit aanvraagformulier moet minstens . . . . . dagen voor de aanvang van het evenement bezorgd zijn aan :
. . . . .
(*) schrappen wat niet past.

Bijlage 2 :
Toestemming voor het inzetten van vrijwilligers voor het uitvoeren van bewakingsactiviteiten
1. Op (datum) heeft de burgemeester van (naam gemeente), na advies van de korpschef van de lokale politie, de toestemming verleend voor de inzet van volgende natuurlijke personen om toe te zien op het veilig verloop van het evenement (naam evenement), georganiseerd door (naam organisator) op (datum evenement) te (adres plaats evenement).
2. Deze toestemming is enkel geldig voor onderstaande personen :
Als postchef :

Naam Voornaam Adres
     


Als vrijwillige bewakers :

Naam Voornaam Adres
     
     
     
     
     


De voorwaarden waaronder vrijwilligers kunnen worden ingezet, bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en haar uitvoeringsbesluiten en uiteengezet in de punten 5 en 7 van het aanvraagformulier, ingevuld voor het bekomen van deze toestemming, zijn van toepassing.
Bijzondere voorwaarden :
1. De politiediensten en de bevoegde ambtenaren van FOD Binnenlandse Zaken zijn bevoegd om controle uit te oefenen op de naleving van de wettelijke verplichtingen van de organisatie en van de vrijwilligers. Ze stellen proces-verbaal op indien inbreuken worden vastgesteld. De organisator, de postchef en de uitvoerende vrijwilligers verlenen ten allen tijde hun volledige medewerking bij een eventuele controle.
2. De organisator en de postchef houden een kopie van deze toestemming gedurende de duur van de toezichtstaken van de vrijwilligers op de plaats van het evenement ter beschikking van de diensten, bedoeld onder 1.
3. Voor de veiligheid is het aangewezen dat de met toezicht belaste vrijwilligers als dusdanig herkenbaar zijn door het publiek. Daartoe kunnen ze een herkenningsteken dragen op de kledij of uitgerust zijn met uniforme kledingsstukken. De kleuren van de uniforme kledingsstukken zijn wit, zwart, rood of geel. Met de aangebrachte herkenningstekens of uniforme kledij moet vermeden worden dat er bij het publiek verwarring kan ontstaan met medewerkers die andere dan security-taken uitvoeren of met de uniformen van eventueel professionele bewakingsagenten die, naast vrijwilligers, bij het evenement worden ingezet.
De burgemeester of de door hem daartoe aangestelde afgevaardigde,
(Datum, naam, voornaam en handtekening)

Bijlage 3 :
Incidentmelding bij bewakingsactiviteiten
Ondergetekende, korpschef van de lokale politie (naam politiezone) heeft op (datum) bepaald dat in uitvoering van de bepaling, bedoeld in artikel 37 van het Koninklijk besluit van 15 maart 2010 tot regeling van bepaalde methodes van bewaking volgende feiten die zich hebben voorgedaan in of aan de instelling (naam van de instelling), waar bewakingsactiviteiten plaatsvinden aan de lokale politie moeten gemeld worden, op de wijze, vermeld in deze instructie :
- feiten die een wanbedrijf of een misdaad uitmaken;
- gebeurtenissen waarvoor de politie- of de hulpdiensten werden opgeroepen.
1. De hierboven bedoelde instellingen zijn cafés, bars, kansspelinrichtingen en gewoonlijke dansgelegenheden, waar bewakingsactiviteiten plaatsvinden en die gelegen zijn op het grondgebied van de gemeenten (gemeenten behorend tot de politiezone).
2. De meldingsplicht staat los van de verplichting om in sommige situaties de politie onmiddellijk te verwittigen. In het kader van de bewakingsactiviteiten zijn de voornaamste :
a) Indien zich een toestand voordoet waarbij iemand in een ernstig gevaar verkeert. In dit geval moet eenieder die, hetzij zelf die toestand heeft vastgesteld of hetzij die toestand hem is beschreven, onmiddellijk hulp verlenen. Doet hij dat niet, dan pleegt hij schuldig verzuim. (1) Al naar gelang de omstandigheid kan deze hulp er minstens in bestaan onmiddellijk de politie te verwittigen.
b) Een particulier die iemand op heterdaad betrapt bij het plegen van een wanbedrijf of een misdaad, kan deze persoon vasthouden op voorwaarde dat hij onmiddellijk de politie verwittigt en in afwachting dat deze ter plaatse komt. (2)
c) De bewakingsagent die controle uitoefent bij de toegang van de instelling, kan in het bezit zijn van een wapen dat hem door de bezitter werd afgegeven. Hij dient onmiddellijk nadat de bezitter het wapen afgaf de politie van deze afgifte in kennis te stellen. (3)
In deze drie gevallen dient de politie onmiddellijk verwittigd te worden via het noodnummer 112. Daarnaast dient er een incidentmelding te gebeuren, zoals in deze instructie omschreven.
3. Elke, ingevolge deze instructie, verrichtte incidentmelding gebeurt schriftelijk en wel door het invullen van onderstaand invulformulier.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
4. Het formulier van incidentmelding dient aan de lokale politie te worden overgemaakt :
O uiterlijk om (vast tijdstip)
O uiterlijk (tijdspanne) na de feiten.
Dit dient te gebeuren :
O elektronisch op volgend e-mailadres : (e-mailadres)
O per faxbericht via volgend nummer : (faxnummer)
O door afgifte op de politiepost te : (adres).
5. Zowel de beheerder van de instelling als de postchef van de bewakingsagenten die er bewakingsactiviteiten uitoefenen zorgen ervoor dat de incidentmeldingen volgens deze instructie plaatsvinden. Indien aan deze meldingplicht niet wordt voldaan kan zowel aan de beheerder als aan de postchef een administratieve sanctie worden opgelegd.
6. Deze instructie blijft van toepassing, zolang ze niet herroepen of door een andere instructie vervangen wordt.
7. Deze instructie werd in dubbel opgemaakt en voor kennisname genaamtekend door (naam en adres), beheerder van de instelling (naam), gelegen te (adres) op (datum), aan wie een exemplaar werd overhandigd. Op zijn beurt stelt de beheerder de postchef van de bewakingsagenten in kennis van deze instructie.
(Naam, voornaam, datum en handtekening)
(De afgevaardigde van de) Korpschef van de lokale politie te (naam).
Voor kennisname,
(Naam, voornaam, datum en handtekening)
Beheerder van de instelling (naam), gelegen te (adres)
(1) Verder aangeduid als de wet'.
(2) Bij koninklijk besluit van 9 oktober 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 november 2006 betreffende de wapens die gebruikt worden door de ondernemingen, diensten, instellingen en personen bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid (B.S., 22 oktober 2008), hieronder verder aangeduid als KB wapens'; bij koninklijk besluit van 15 maart 2010 tot regeling van bepaalde methodes van bewaking (B.S., 2 april 2010), hieronder verder aangeduid als KB methodes' en bij koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende of uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende de erkenning van de opleidingen, hieronder verder aangeduid als KB opleiding bewaking'.
(3) Art. 1, 14° en 15°, KB methodes.
(4) Art. 1, 16°, KB methodes.
(5) Art. 1, 17°, KB methodes.
(6) Art. 1, 13°, KB methodes.
(7) Art 2, § 1bis, van de wet.
(8) Gedr. St., Kamer van Volksvertegenwoordigers, 1998-99, Memorie van Toelichting, nr. 2027/1, 7.
(9) Art. 23, 1°, KB methodes.
(10) Art. 23, 2°, KB methodes.
(11) Art. 42, KB methodes.
(12) Art. 24, eerste lid, KB methodes.
(13) Bijlage 2 bij KB methodes.
(14) Art. 24, tweede lid, KB methodes.
(15) Art. 24, derde lid, KB methodes.
(16) Art. 42, KB methodes.
(17) Art. 40, 2°, KB methodes.
(18) Art. 36, KB methodes.
(19) Bijlage 2 bij KB methodes.
(20) Art. 3, KB opleiding bewaking.
(21) Bijlage 1 bij KB van 12 oktober 2006 tot vaststelling van het model van identificatiekaart, bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de bijzondere en private veiligheid.
(22) Art. 2, KB opleiding bewaking.
(23) Bijlage 1 bij KB van 12 oktober 2006 tot vaststelling van het model van identificatiekaart, bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de bijzondere en private veiligheid.
(24) Art. 27, KB methodes.
(25) Art. 29, KB methodes.
(26) Art. 28, KB methodes.
(27) Art. 33, KB methodes.
(28) Art. 42, KB methodes.
(29) Art. 35, KB methodes.
(30) Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's. Zo moeten de camerasystemen aangemeld zijn aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en aan de korpschef van de lokale politie van de zone waar die plaats zich bevindt. Er dient bij de toegang ook een pictogram te zijn aangebracht dat aangeeft dat er camerabewaking plaatsvindt.
(31) Art. 3 van de wet.
(32) Art. 2, KB van 27 juni 1991 houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot de verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de bewakingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten.
(33) Bijlage 5 bij KB methodes.
(34) Art. 38, KB methodes.
(35) Art. 39, KB methodes.
(36) Art. 6, bewakingsovereenkomst, bijlage 2 bij KB methodes.
(37) Bijlage 3 en 4 bij KB methodes.
(38) Art. 37, KB methodes.
(39) Art. 8, § 6bis van de wet.
(40) Art. 22, KB methodes.
(41) Art. 42, KB methodes.
(42) Art. 8, § 2, zesde lid, van de wet.
(43) Art. 30, eerste lid, 1°, van het KB wapens.
(44) Art. 30, tweede lid, van het KB wapens.
(45) Art. 54, KB wapens.
(46) In het kader van artikel 2, § 1bis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid.
(47) In het kader van artikel 2, § 1bis van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid.
(48) Artikel 422bis van het Strafwetboek.
(49) Artikel 1, 3°, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.
(50) Artikel 30ter, tweede lid van het koninklijk besluit van 17 november 2006 betreffende de wapens die gebruikt worden door de ondernemingen, diensten, instellingen en personen bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.
(51) Artikel 422bis van het Strafwetboek.
(52) Artikel 1, 3°, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.
(53) Artikel 30ter, tweede lid van het koninklijk besluit van 17 november 2006 betreffende de wapens die gebruikt worden door de ondernemingen, diensten, instellingen en personen bedoeld in de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.