Bron : Nelectra

Mag je geluidsopnames maken met bewakingscamera’s op de werkvloer?
In de moderne bedrijfsomgeving worden bewakingscamera’s steeds vaker ingezet. Het toevoegen van een geluidsopnamefunctie aan deze systemen brengt echter belangrijke juridische en ethische vraagstukken met zich mee. Bij Nelectra ontvangen we regelmatig vragen van onze leden over de toelaatbaarheid van bewakingscamera’s met geluidsopnames, zowel in vergaderruimtes als andere plekken op de werkvloer.

Gezien de onzekerheid hierover en de nood aan duidelijke richtlijnen, hebben we de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) om een standpunt gevraagd. Lees meer over de geldende wetgeving, de interpretatie van de GBA en de praktische implicaties voor werkgevers.

Juridisch kader
Het gebruik van bewakingscamera’s met geluidsopname op de werkvloer in België wordt gereguleerd door verschillende wettelijke instrumenten:

Artikel 314bis van het Strafwetboek
Dit artikel verbiedt het opzettelijk afluisteren, kennisnemen of opnemen van privécommunicatie waaraan men niet deelneemt, zonder de toestemming van alle betrokkenen. Overtreding kan leiden tot zware sancties.
Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
De AVG vereist dat elke verwerking van persoonsgegevens, waaronder geluidsopnames, gebaseerd is op een wettelijke grondslag zoals toestemming of een gerechtvaardigd belang. Daarnaast moeten de principes van proportionaliteit en dataminimalisatie strikt worden nageleefd. Dit beginsel van minimale gegevensverwerking moet ook moet worden toegepast wanneer de betrokkene toestemming heeft gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens. Noodzakelijkheid is m.a.w. ook onderdeel van de grondslag toestemming.
Camerawet van 21 maart 2007
Deze wet regelt het gebruik van bewakingscamera’s en stelt dat de installatie en het gebruik ervan moeten voldoen aan specifieke voorwaarden, zoals het informeren van de betrokkenen. De Camerawet dekt echter géén geluidsopnames.

Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) nr. 68
Deze overeenkomst bepaalt de voorwaarden waaronder camerabewaking op de werkvloer is toegestaan, met nadruk op het respecteren van de persoonlijke levenssfeer van werknemers.
Standpunt van de Gegevensbeschermingsautoriteit
De GBA heeft zich recent uitgesproken over de vraag of geluidsopnames op de werkvloer toegestaan zijn.

Opnames met geluidsfunctie in vergaderruimtes

De GBA bevestigt dat dit niet toegestaan is, tenzij alle deelnemers expliciet toestemming geven én dit proportioneel is in functie van een gerechtvaardigd belang. Bij gebreke aan toestemming of wanneer die toestemming niet vrij, specifiek, geïnformeerd en ondubbelzinnig is, kan een opname met geluidsfunctie in vergaderruimtes in beginsel niet.

Daarbij geldt het principe van dataminimalisatie: de verwerking mag niet verder gaan dan noodzakelijk is. In het licht van dit beginsel van “dataminimalisatie” mag de gegevensverwerking niet verder gaan dan noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt. Zelfs als toestemming wordt gegeven, moet de verwerkingsverantwoordelijke aantonen dat de verwerking van deze gegevens noodzakelijk en proportioneel is. Dit is m.a.w. ook onderdeel van de grondslag toestemming en houdt in dat de opname beperkt moet blijven tot wat strikt nodig is en niet op systematische wijze mag plaatsvinden.

Camerabewaking met geluidsopname op de werkvloer

Een klant van een lid vroeg of gesprekken op de werkvloer opgenomen mogen worden, bijvoorbeeld om psychosociale problemen (bv.pestgedrag) te monitoren. De GBA stelt dat toestemming van werknemers in een arbeidsrelatie geen geldige rechtsgrond is, gezien de gezagsverhouding/afhankelijkheidsrelatie tussen werkgever en werknemer.

Communicatie of telecommunicatie is privé wanneer ze niet bestemd is om door iedereen gehoord of ontvangen te worden. Ook een beroepsmatige mededeling, die niet bestemd is om te worden gehoord door andere personen dan degenen die bij het gesprek betrokken zijn, is privé.

Zelfs wanneer er een gerechtvaardigd belang is, zijn geluidsopnames vaak disproportioneel. Ook hier geldt het beginsel van minimale gegevensverwerking: zelfs als een opname een legitiem doel dient, mag deze niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is.

Wat als de werkvloer een publieke ruimte is?

Men zou vermoeden dat gesprekken op een werkplek die toegankelijk is voor het publiek (zoals een winkel) minder privé zijn en minder bescherming genieten. De GBA volgt deze interpretatie echter niet. Zij benadrukt dat ook professionele gesprekken bescherming genieten onder de afluisterwetgeving.

In het algemeen geldt als norm dat iedereen recht heeft op privacy/gegevensbescherming en dus het recht heeft om “onbespied” te zijn en/of “niet afgeluisterd” te worden, ook op de werkvloer, wat maakt dat de noodzaak/evenredigheid van camera’s op de werkplek die tevens geluiden registreren en opnemen zelden aantoonbaar is.

Dit betekent dat gesprekken tussen werknemers en klanten niet zonder meer mogen worden opgenomen, en dat deze even beschermingswaardig zijn als persoonlijke gesprekken tussen individuen.

Daarnaast blijft het noodzakelijkheids- en evenredigheidsbeginsel gelden: de werkgever moet aantonen dat er geen minder ingrijpende alternatieven bestaan.

Praktische implicaties voor werkgevers
Werkgevers die overwegen om bewakingscamera’s met geluidsopname te installeren, moeten zich bewust zijn van de strikte wettelijke vereisten en de hoge drempel voor de rechtvaardiging ervan. De volgende stappen zijn essentieel:

a.Juridische toetsing

Bepaal of het beoogde doel kan worden bereikt zonder geluidsopnames.
Evalueer of een andere, minder ingrijpende maatregel mogelijk is.
b.Transparantie en communicatie

Werknemers en betrokkenen moeten vooraf volledig worden geïnformeerd over het gebruik van camera’s en de verwerking van gegevens.
De informatie moet duidelijk maken waarom opname nodig is en hoe de gegevens worden verwerkt.
c. Wijziging van het arbeidsreglement

Camerabewaking moet expliciet worden opgenomen in het arbeidsreglement.
Dit document moet gedetailleerd beschrijven hoe en wanneer de bewakingssystemen worden gebruikt en moet ter inzage liggen voor de werknemers.
d. Regelmatige evaluatie

De noodzaak en proportionaliteit van de camerabewaking moeten regelmatig worden herbekeken.
Alternatieve maatregelen moeten in overweging worden genomen indien mogelijk.
Conclusie

Het standpunt van de GBA maakt duidelijk dat bewakingscamera’s met geluidsopname op de werkvloer slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden toegestaan. Zelfs wanneer een werkgever zich beroept op een gerechtvaardigd belang, gelden strikte voorwaarden van noodzakelijkheid, proportionaliteit en dataminimalisatie.

Werkgevers die overwegen om dergelijke systemen in te voeren, worden aangeraden om eerst juridisch advies in te winnen en na te gaan of er alternatieve, minder ingrijpende methodes bestaan om hun doel te bereiken. Het uitgangspunt blijft dat iedereen recht heeft op privacy, ook op de werkvloer, en dat geluidsopnames slechts in zeer specifieke en duidelijk gerechtvaardigde gevallen mogen worden gebruikt.